Uit onderzoek blijkt dat bij wie het geven en ontvangen in balans is, zich het beste voelen. Maar hoe zit dat bij jou? Doe de test!
1. In de relatie met je partner:
a. praat je weinig over wat je voelt
b. vind je het belangrijk om te praten over wat je voelt, maar niet altijd nodig
c. ben je heel transparant; je zegt altijd wat je voelt
2. Levert iemand kritiek op je, dan:
a. word je daar heel onzeker van, ook al is de kritiek niet terecht
b. haalt jou dat emotioneel niet uit balans
c. word je daar flink boos van; hoe durft hij!
3. Koop je een verjaardagscadeau voor een vriend(in), dan:
a. heb je eigenlijk niet zoveel zin om veel geld uit te geven
b. kop je iets dat ongeveer net zo duur is als dat cadeau dat hij je gegeven heeft
c. let je niet op de prijs
4. Als je op je werk een lastig klusje moet doen en een collega biedt aan je te helpen, dan:
a. ben je blij en accepteer je de hulp graag
b.probeer je het eerst zelf, pas als het niet alleen lukt, accepteer je zijn hulp
c. weiger je, je doet het liever zelf, al vind je het nog zo moeilijk
5. Stel, een vriendin zit in een huwelijkscrisis, dan:
a. informeer je af en toe hoe het gaat, verder hou je je erbuiten
b. help je waar je kunt, zolang dat niet ten koste gaat van jezelf
c. help je waar je kunt, al moet je alles in je agenda omgooien en kom je niet meer aan je eigen dingen toe
6. Stel, je partner verwent je met een ontbijtje op bed en een uitgebreide massage. Wat denk je dan?
a. Waar heb ik dit aan verdiend?
b. Niet zoveel; je ondergaat het en geniet
c. Jij wilt zeker seks!
7. Vrijwilligerswerk:
a. is niets voor jou; jij wordt liever betaald
b. wil je best doen, als het niet teveel tijd kost
c. doe je graag, je voelt je erg betrokken bij goede doelen
8. Als iemand je een complimentje geeft, dan:
a. word je daar verlegen van
b. zeg je: Dank je!
c. denk je: moeten ze soms iets van me?
9. Is iemand uit je vriendenkring ziek, dan:
a. hoop je dat hij/zij jou niet belt om je te vragen of jij de boodschappen voor hem of haar wilt doen
b. wil je gerust een keertje langskomen voor het huishouden of de boodschappen
c. verzorg je en verwen je hem of haar van top tot teen!
10. Wat is het meeste waar over jouw liefdesrelatie?
a. je hebt het gevoel dat je afhankelijker bent van jouw partner dan hij of zij van jou
b. je vindt het niet erg om je afhankelijk op te stellen van je partner, maar je doet dit niet vaak
c. je vindt het vervelend om je afhankelijk op te stellen van je partner
11. Onverwacht bezoek vind jij:
a. lastig; daar had je niet op gerekend
b. meestal niet erg; liever had je wel een belletje gehad
c. gezellig; hoe meer zielen, hoe meer vreugd
12. Stel je bent ziek en een kennis helpt je met het huishouden. Hoe ervaar je die hulp?
a. als prettig. Je voelt je toch ergens wel schuldig omdat jij in bed ligt
b. als prettig; je hebt er verder geen onprettige gevoelens bij
c. als prettig; maar ook onprettig; je houdt er niet van als anderen aan je spullen zitten
13. Als je partner iets heeft bereikt, zoals promotie of een diploma behaald, dan:
a. vind je dat leuk voor hem of haar
b. ben je heel trots op hem of haar
c. voel je je zo trots en blij alsof het jezelf overkomen is
14. Zegt je partner dat hij of zij van je houdt, dan:
a. kun je dat niet vaak genoeg horen
b. vind je dat fijn, maar dat hoef je echt niet dagelijks te horen
c. krijg je het benauwd
15. Wat gebeurt er als je partner seks wilt maar dat dat van jou niet zo hoeft?
a. er wordt niet gevreeën
b. je vrijt soms wel, soms niet
c. je vrijt toch; vaak krijg je alsnog wel zin
16. Als een kennis jou een knuffel wil geven, dan:
a. vind je dat een eer, wauw!
b. vind je dat prima, zolang de knuffel niet te intiem wordt
c. voel je je daar ongemakkelijk bij
De rode vragen zijn de vragen over geven. De blauwe gaan over ontvangen. Heb je bij de rode vragen meestal a, meestal b of meestal c gekozen? Geef dat aan in je reactie. Hetzelfde geldt voor de blauwe vragen! Heb je gereageerd, dan zal ik je van zowel het geven als het ontvangen de uitslagen geven!
Succes!